Blog

door danielle.legters 11 jul., 2020
Ik heb in mijn leven zó vaak niet voor datgene gekozen wat goed was voor mij. Besloten dingen te doen of zeggen waar ik de mensen om me heen een plezier mee deed of waarvan ik dacht te weten dat het van me werd verwacht. Ik moest (vond ik) hard leren en werken en als het even tegen zat of het lastig was, moest ik het zelf op kunnen lossen. Niemand tot last zijn. In de periode dat we net in Winterswijk woonden (ik was 11) ben ik de eerste jaren behoorlijk gepest. Ik was 'anders'. We kwamen uit Leiden en in die periode kon je dat heel goed horen aan mijn stadse accent maar ook kleedde ik me anders dan de andere kinderen. Ik werd door de grote groep buitengesloten, de meeste kinderen op school waren naar tegen me en er is een lange periode geweest op het voortgezet onderwijs waarin ze me zelfs fysiek pijn deden. Ik was bang en voelde me alleen op school. Daarbuiten was dat gelukkig niet zo. Ik had enkele vriendinnetjes in de buurt en bij mijn ouders en zusje thuis voelde het veilig. Ik vond wel dat ik die last zelf moest dragen, mijn ouders daarmee niet lastig vallen. Die zouden zich alleen maar zorgen maken als ze wisten hoe erg het vaak kon zijn. Ik moest dus ook zorgen dat mijn schoolprestaties er niet onder zouden lijden om te voorkomen dat ze er iets van zouden merken. Dat heb ik volgehouden tot de derde klas Mavo, ik was er helemaal klaar mee. Ik was soms zo bang naar school te gaan dat ik ’s nachts wakker werd en moest overgeven. Ik ben met mijn ouders gaan praten en dacht dat ik ze ontzettend moest overtuigen om het derde jaar over te doen. Ik wilde blijven zitten, zodat ik in een andere klas terecht zou komen. Dat gesprek ging eigenlijk heel makkelijk, ze wilden dat mijn schooltijd fijn zou zijn en vonden het verschrikkelijk hoe het voor me was. Vanaf dat nieuwe schooljaar veranderde er veel! Ik hoorde er gewoon bij! Heel bizar. De nieuwe klasgenootjes leken ook vrijwel niets mee te hebben gekregen van dat gepest. Ik heb de jaren daarna nog een heel fijne tijd gehad op school. Ik sprak alleen nog steeds niet over de dingen die moeilijk voor me waren, waar ik mee worstelde als tiener etc. Nog steeds kon ik me heel alleen voelen met mijn emoties. Alleen zagen anderen dat niet. Dat liet ik niet zien. Ik liet mensen niet toe. Al van jongs af aan heb ik dus een groot verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkeld. Het perfectionisme en niet willen en niet durven falen heeft me tot mijn 40-ste levensjaar behoorlijk in de weg gezeten. Resultaat: Een flinke burn-out in oktober 2015. Ik zag dit absoluut niet aankomen. Ik weet het nog goed, vooral die eerste weken dat ik in de ziektewet zat. Ik voelde me leeg, kon me nergens toe zetten. Ik had bijna geen aandacht voor man en kinderen en voelde in eerste instantie bijna geen emoties. Geen verdriet, geen boosheid maar ook geen positieve emoties. Ik sloot me af voor alles en iedereen, kwam ook bijna mijn bed niet meer uit. Ik vond het pijnlijk te moeten inzien dat het niet goed met me ging. Ik was altijd zo sterk, anderen konden altijd op mij bouwen en nu liet ik mensen in de steek. Ik kon nog altijd niet accepteren wat er aan de hand was. Na een week of twee kwamen ineens de tranen en die bleven maar komen..... Ik heb hulp gezocht bij een burn-out psycholoog en ik ben veel alleen de natuur in gegaan. Dit heeft me doen inzien dat ik mijn grenzen te vaak over ben gegaan, dat ik mezelf regelmatig heb weggecijferd. Maar waardoor dat kwam, wist (besefte) ik nog altijd niet. Een jaar na de burn-out ben ik de coachopleiding bij het Europees Instituut gaan doen. Ik mocht, of moest zelfs, de trainer kiezen waardoor ik graag gecoacht en getraind wilde worden. Ik wist, ik leer het meest van degene waar ik me wat minder bij op mijn gemak voel. Ik koos voor Coen. Hij beschreef zichzelf o.a. als iemand die is van de confronterende aanpak en conflicten niet uit de weg gaat, etc. Ik kreeg daar meteen de kriebels van. Ik voelde wel dat ik bij hem het meest over mezelf kon leren. En wat er in dat jaar gebeurde had ik niet kunnen voorspellen. Tijdens één van de eerste trainingen met Coen deed hij een visualisatie oefening met de groep, welke mij terugbracht naar de periode waarin ik nog een jonge baby was. Eerst was ik samen met een andere baby, alles voelde veilig en vertrouwd en vooral heel sereen en rustig. En ineens werd ik overspoeld door een gevoel van onveiligheid, verdriet en eenzaamheid. Op een gegeven moment werd ik door Coen weer terug naar het moment gebracht en voelde ik zoveel verdriet. Dit had ik nog niet eerder meegemaakt. Ik begreep er helemaal niks van. Hij vroeg me of ik een tweelingzusje had gehad? Ik beaamde dat en vertelde hem dat zij Sandra heette. Hij legde me uit dat het verlies van een tweelingzusje enorm van invloed is op het overgebleven kindje. Dat overgebleven kindje, was ik. Ik was mijn tweelingzusje verloren. Hij leerde me dat veel van mijn afweermechanismen en patronen waar ik soms in vast kon zitten deels voortkomen uit dat verlies. Mijn enorme verantwoordelijkheidsgevoel, perfectionisme, eenzaam voelen maar soms niet weten waarom, vinden dat ik alles alleen moet kunnen (oplossen), kwam dus voor een belangrijk deel daar vandaan. Dat is een enorme eyeopener voor me geweest. Thuis hebben we vroeger nooit veel gesproken over het verlies van mijn zusje. Er werd wel over gepraat, als we bijvoorbeeld naar foto’s keken van haar en mij. Maar écht praten over hoe die tijd was voor mijn ouders, was gewoon nog steeds na al die jaren denk ik te pijnlijk. Ik ben dat gesprek met mijn ouders na dat trainingsweekend wel aangegaan. We hebben ontzettend mooie gesprekken gehad over mijn opa’s en oma’s, hoe mijn ouders het vroeger thuis hebben gehad en ook hebben we stil gestaan bij de periode van de geboorte van Sandra en mij tot aan haar overlijden. Dit was best moeilijk, er kwam best weer wat verdriet naar boven, maar het was ook heel mooi om dit met ze te delen. Daarna heb ik een soort rouwperiode gehad waarin ik de dood van Sandra kon verwerken en een plekje geven. Ik heb altijd aangenomen dat haar overlijden op mijn leven geen invloed kon hebben gehad, ik was immers maar een baby toen dat gebeurde. Wat had ik daar nu bewust van mee gekregen? Nou…onbewust een heleboel. Sterker nog, het heeft voor een groot deel bepaald hoe ik mijn leven leefde. De coachopleiding heb ik inmiddels afgerond en ik werk alweer twee jaar in mijn eigen praktijk. Ik heb geleerd steeds beter om te gaan met mijn perfectionisme, besef dat falen (vallen en opstaan) juist zorgt voor groei! Falen is geen zwakte is maar getuigt juist van lef dat ik iets geprobeerd heb en ervan heb geleerd. Ook heb ik geleerd om hulp te vragen. Ik zie nu dat hulp vragen ook geen vorm van falen is. En wat de burn-out en alles wat daarna is gebeurd me vooral heeft gebracht is dat ik weet (voel) dat ik op mezelf en mijn intuïtie kan vertrouwen en van daaruit nu keuzes maak. Keuzes die goed zijn voor mij, mijn gezin en welke me blij maken. Ik kan milder zijn naar mezelf. Ik blijf trouw aan mezelf. Dat voelt voor mij als thuiskomen.
door Daniëlle Legters 23 feb., 2020
12 oktober 2015. Ik rijd van werk naar huis na een niet zo fijne werkdag. Ik ben door een collega eerder naar huis gestuurd omdat ik er niet helemaal bij was die dag. Ik was ook tijdens een overleg niet lekker in orde, zat te trillen en moest vechten tegen mijn tranen. Waarom wist ik eigenlijk niet. Op nog geen tien minuten afstand van huis voel ik ineens mijn armen niet meer. Ik begin te hyperventileren en mijn hart bonst zo hard, dat ik bang ben dat ik een hartaanval heb. Ik kan nog net de auto aan de kant zetten en barst daar in tranen uit. Dat lijkt een gunstig effect te hebben, het gevoel in mijn armen komt langzaam weer terug. Ik wil naar huis! Of het verstandig is of niet, ik rijd toch door. Wat ben ik opgelucht als ik de auto onze oprit op rijd. Eenmaal binnen plof ik op de bank. En daar heb ik gezeten, met mijn jas aan, totdat mijn man thuis kwam om half zes. Het leek maar een kwartiertje later, maar ik bleek er al twee uur te hebben gezeten. Dit was niet goed…. De volgende ochtend ben ik toch weer naar kantoor gegaan. Ik had boven verwachting goed geslapen en voelde me best oké eigenlijk… Ik stap in de auto, niets aan de hand. Ik neurie een beetje mee met een liedje op de radio. Na 20 minuten rijden en aangekomen op de parkeerplaats is er nog niets aan de hand. Ik wandel rustig richting kantoor. Loop de hoek om, ik zie het kantoorpand en ik voel het weer, die blinde paniek! Ik begin opnieuw te hyperventileren, krijg hartkloppingen en het zweet breekt me uit! Mijn hele lijf protesteert maar ik moet toch naar binnen. Er staan twee vergaderingen in mijn agenda en daar móet ik bij zijn! Ik kan die mensen toch niet in de steek laten? Maar als ik naar binnen loop en de dame achter de receptie me aankijkt en vriendelijk begroet, begin ik weer te huilen. Ze schrikt ervan en brengt me snel naar een leeg kamertje. Ze zet een glaasje water bij me neer en heeft al heel snel een collega van me erbij gehaald. Ik heb daarna een maand of zes, zeven met een burn-out thuis gezeten. Ik ben die lieve collega bij de receptie en de collega die zij erbij heeft gehaald (die herkende in mij zijn eigen burn-out klachten van enkele jaren daarvoor) enorm dankbaar voor hoe ze me hebben opgevangen. Zij zijn doortastend geweest toen ik daar zelf niet toe in staat was. Achteraf gezien liep ik al bijna een jaar tegen deze burn-out aan. Ik heb signalen van mijn eigen lijf volkomen genegeerd en was een kei in het verbloemen van wat er werkelijk in me omging. Vooral omdat ik óók mezelf al die tijd voor de gek heb gehouden. Sterk zijn, doorgaan, niet zeuren en miepen, iedereen heeft wel eens wat, etc. Dat is wat ik regelmatig tegen mezelf zei. Mensen zagen een vrolijke, zelfverzekerde vrouw omdat ik dat wilde zijn. Voor mezelf, mijn gezin, mijn vrienden, mijn collega’s. Ik voelde een enorme verantwoordelijkheid er voor alles en iedereen te zijn en het goed te doen. Maar ik deed niet wat goed was voor mij. Ik heb geleerd dat een burn-out vaak niet alleen werk-gerelateerd is. Ik heb hard gewerkt aan mezelf in het eerste jaar na de burn-out en heb gedurende die periode geleerd waarom ik me voel, denk en me gedraag zoals ik doe. Toen kon ik ook zien waarom het verkeerd is gegaan op het werk. Ik heb lang nagedacht of de organisatie waar ik werkzaam was nog wel bij me paste, of ik met mijn waarden en drijfveren nog wel aansloot op die van de organisatie. Ik heb daarover vele gesprekken gevoerd met mijn leidinggevende, collega’s en met familie en vrienden. Ik wilde niet te snel de conclusie trekken weg te gaan en ben achteraf heel blij dat ik dat zo heb aangepakt. Want het voeren van die gesprekken heeft me doen inzien dat ik binnen mijn werk in die organisatie nog steeds genoeg uitdaging vind. Ook mag ik samenwerken met heel fijne collega’s die vinden dat ik van toegevoegde waarde ben. En daar kan ik nu aan toevoegen dat ik dat zelf ook zie! Ik weet nu waar mijn passie ligt, wat ik goed kan en waar ik me het liefst mee bezig houd. Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om inspiratie, uitdaging, plezier en voldoening in je leven te hebben en dit dus ook uit je werk te kunnen halen. De burn-out heeft mij gemotiveerd een vervolgopleiding (mastercoach) te doen zodat ik (nu, bijna 5 jaar later) andere vrouwen kan helpen dit ook weer terug te vinden. Hiervoor hoef je zeker geen burn-out te hebben gehad of hier momenteel tegenaan te hikken! Ik hoop alleen dat je door het lezen van mijn verhaal bedenkt hoe dit nu voor jou is. Haal jij nog plezier en voldoening uit je werk? Een coach kan je helpen onderzoeken wat er aan de hand is en kan je helpen ontdekken wat je zelf kunt doen om je werkplezier te vergroten om zo meer voldoening en succes in je werk te ervaren. Mocht ik je aan het denken hebben gezet en ben je benieuwd wat ik voor je zou kunnen betekenen? Mail me gerust (via het contactformulier), dan neem ik binnen 2 werkdagen contact met je op voor een vrijblijvende kennismaking. Warme groet, Daniëlle
door danielle.legters 28 dec., 2018
Over investeren in jezelf en je eigen persoonlijke groei en ontwikkeling
Share by: